Het betreft hier een zaak waarbij een leerling in het kader van de sportweek van zijn opleiding is gaan klimmen bij een klimmuur. Bij zijn laatste klim opende hij per ongeluk de karabiner van zijn klimgordel (‘twistlockkarabiner’) in plaats van de karabiner, waarmee het klimtouw aan de muur was bevestigd. De leerling is hierdoor naar beneden gevallen en heeft daarbij ernstig letsel opgelopen.
De Hoge Raad diende de vraag te beantwoorden of het klimcentrum onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig jegens de leerling heeft gehandeld. De Rechtbank en het Hof hadden de leerling in het ongelijk gesteld.
Aansprakelijkheid bij val van de muur
- Ten eerste stelde de leerling dat het klimcentrum onrechtmatig heeft gehandeld, omdat het gebruik van een ‘twistlockkarabiner’ volgens de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV) geen aanbevolen wijze van zekering is. Volgens het klimcentrum was dit wel een gebruikelijke methode om te zekeren, en dat zowel aan deze als aan andere beschikbare methoden voor- en nadelen kleefden. Bovendien was het gebruik van de methode volgens de Arbeidsinspectie niet verboden.
- De leerling voert nog aan dat het ongeval zich niet zou hebben voorgedaan indien met twee tegengesteld ingehangen karabiners of met een safebinder zou zijn gewerkt.
- Verder stelt de leerling dat er onvoldoende toezicht geweest zou zijn, omdat per klimmer steeds één voldoende deskundige instructeur aanwezig had moeten zijn.
- Ook vindt de leerling dat de klimmuur specifieke voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen had moeten treffen vanwege de specifieke beveiliging van een twistlockkarabiner.
- Tenslotte voert de leerling nog aan dat de gegeven aanvullende instructies niet toereikend zijn geweest.
Kelderluik-criteria
De Hoge Raad oordeelt dat het klimcentrum niet aansprakelijk is voor de val van de leerling. Volgens de Hoge Raad was de kans op de fout van de leerling voor het klimcentrum niet te voorzien. Om die reden wordt geoordeeld dat van het klimcentrum niet kon worden verwacht dat zij daartegen voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen zouden treffen. De Hoge Raad verwijst daarbij naar de Kelderluik-criteria.
In deze zaak is dus geen aansprakelijkheid aangenomen, waardoor Klimmuur niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het letsel dat de leerling heeft opgelopen.
Letsel door een sport- of spelsituatie
Bij de beoordeling van de aansprakelijkheid bij letselschade in een sport- of spelsituatie wordt gekeken naar de omstandigheden van het geval. In beginsel wordt dit terughoudend getoetst, omdat de deelnemers van sport- en spelsituaties instemmen met de risico’s die aan het sporten verbonden zijn. Wanneer er sprake is van ernstig letsel en wanneer de organisatie onvoldoende voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen heeft getroffen, kan dit wel tot aansprakelijkheid leiden.
Meer informatie?
Indien u zelf het slachtoffer bent geworden van een sport- of spelsituatie kunt u contact opnemen met een ervaren letselschade advocaat. Wij kunnen u vrijblijvend informeren over de mogelijkheden voor het verhaal van uw geleden letselschade.